20 maa
2025

De GBA berispt de Dienst Vreemdelingenzaken

De Geschillenkamer van de GBA heeft vandaag vastgesteld dat de Dienst Vreemdelingenzaken het opsluitingsdossier van een legaal in het land verblijvende klager van buitenlandse nationaliteit onrechtmatig had geraadpleegd (bij gebrek aan een passend wettelijk kader dat dit toestond) en dat de organisatie haar transparantieverplichtingen niet was nagekomen. De Geschillenkamer geeft de dienst een berisping en drie maanden de tijd om zich in overeenstemming met de AVG te brengen.


Raadpleging van een opsluitingsdossier

In 2023 nam de Dienst Vreemdelingenzaken een beslissing tot beëindiging van verblijf ten aanzien van een persoon van buitenlandse nationaliteit (legaal verblijvend) die strafbare feiten had gepleegd en daarvoor tot een gevangenisstraf was veroordeeld.

De beslissing was onder meer gebaseerd op de raadpleging van de penitentiaire gegevens van de klager, die vanwege hun gevoeligheid zijn onderworpen aan aanvullende voorwaarden voor verwerking onder de AVG (Algemene verordening gegevensbescherming).

De Geschillenkamer van de GBA stelt echter vast dat er geen geldige wettelijke basis was om het opsluitingsdossier van de klager te raadplegen. Er is een wet (van 15 december 1980) die voorziet in de uitwisseling van informatie tussen de gevangenisautoriteiten en de Dienst Vreemdelingenzaken, maar deze heeft alleen betrekking op verdachten of veroordeelden die illegaal verblijven, wat hier niet het geval is bij de betrokkene. Hoewel de Geschillenkamer niet bewist dat toegang tot persoonsgegevens belangrijk is om passende maatregelen te kunnen nemen ten aanzien van legaal verblijvende vreemdelingen, moet een dergelijke toegang gebaseerd zijn op een solide wettelijk kader, met de nodige waarborgen.

Door het ontbreken van toereikende wetgeving in deze zaak was de toegang van de Dienst Vreemdelingenzaken tot gevoelige gegevens die gebruikt zijn om een belangrijke beslissing over de klager te nemen, onvoorspelbaar en weinig transparant voor de klager.  

De Geschillenkamer heeft tijdens de behandeling van de zaak ook begrepen dat, hoewel dit niet het geval was in het dossier in kwestie, de Dienst Vreemdelingenzaken toegang heeft tot gevangenisgegevens via de databank Sidis Suite, maar dat het recht om gegevens van Sidis Suite in te zien onderworpen is aan de goedkeuring van een Koninklijk Besluit, dat niet is goedgekeurd.

Schendingen op het gebied van transparantie

De Geschillenkamer stelt ook schendingen vast op het gebied van transparantie. Enerzijds heeft de Dienst Vreemdelingenzaken geen gevolg gegeven aan het verzoek van de klager om inzage te krijgen van zijn gegevens. Anderzijds kon de organisatie niet aantonen dat ze de klager de nodige informatie had verstrekt over de wijze waarop zijn opsluitingsdossier kon worden geraadpleegd.

De Geschillenkamer merkt ook op dat de DPO (functionaris voor gegevensbescherming) van de Dienst Vreemdelingenzaken had aanbevolen documentatie beschikbaar te stellen om de uitoefening van de rechten op grond van de AVG te vergemakkelijken, maar dat deze aanbeveling niet was opgevolgd.

Bevel tot naleving

Om deze redenen berispt de Geschillenkamer van de GBA de Dienst Vreemdelingenzaken en geeft deze drie maanden de tijd om de situatie te verhelpen en te voldoen aan de AVG. Onder andere vraagt zij de dienst technische en organisatorische maatregelen te nemen om te voorkomen dat een migratiebegeleider meer gegevens kan raadplegen dan hij op de griffie van de gevangenis kan.

Hielke Hijmans, voorzitter van de Geschillenkamer van de GBA: "Overheidsinstanties hebben een voorbeeldfunctie. Het is daarom van essentieel belang dat een organisatie zoals de Dienst Vreemdelingenzaken haar persoonsgegevens in overeenstemming met de grondbeginselen van de AVG verwerkt, maar dit kan alleen als er een passend wettelijk kader is vastgesteld.  Wij blijven beschikbaar om te helpen zoeken naar oplossingen die voldoen aan de wetgeving voor gegevensbescherming."

 

Interessante links