Het recht van bezwaar
Iedere betrokkene kan bezwaar maken tegen de verwerking van persoonsgegevens om redenen die verband houden met zijn of haar specifieke situatie.
Het recht van bezwaar kan uitgeoefend worden wanneer de verwerking steunt op één van de volgende rechtsgronden:
- het gerechtvaardigde belang;
- de vervulling van een taak van algemeen belang of het openbaar gezag.
In andere gevallen kan de betrokkene geen bezwaar maken omdat voor de overige rechtsgronden alternatieven bestaan om hetzelfde doel bereiken: bij toestemming kan de betrokkene deze intrekken; tegen een verwerking die de wet oplegt kan de betrokkene geen bezwaar maken.
De uitoefening van het recht op bezwaar dwingt u tot een belangenafweging. U staakt de verwerking van de persoonsgegevens tenzij u dwingende gronden kan opwerpen die zwaarder wegen dan de rechten en vrijheden van de betrokkene (bijv. een vordering in rechte). U moet deze gronden documenteren en meedelen aan betrokkene.
Op deze belangenafweging bestaat een belangrijke uitzondering in het voordeel van de betrokkene: bij direct marketing heeft de betrokkene altijd het recht om zonder enige motivering bezwaar aan te tekenen. Dit bezwaar leidt dan automatisch tot de stopzetting van de verwerking voor dit doeleinde.
U moet de mogelijkheid tot het uitoefenen van het recht op bezwaar, duidelijk en apart van ander informatie onder de aandacht van de betrokkene brengen. Bijv. door in het oog springende knop