Rechtsgrondslagen
Een verwerking van persoonsgegevens moet op een van de 6 rechtsgronden gebaseerd worden waarin de AVG voorziet als je persoongegevens wil verwerken.
De AVG somt 6 gevallen (“rechtsgronden”) op, op basis waarvan je persoonsgegevens mag verwerken, namelijk:
- de persoon waarvan je de gegevens wenst te verwerken, stemt toe;
- de verwerking van persoonsgegevens is noodzakelijk (een verwerking vormt een uitzondering op de bescherming van persoonsgegevens en de beperkingen ervan moeten binnen de grens van het strikt noodzakelijke blijven, wat niet meer is dan de toepassing van principe van de minimale gegevensverwerking vermeld in artikel 5.c) AVG):
- voor de uitvoering van een overeenkomst;
- om te voldoen aan een wettelijke verplichting;
- voor de bescherming van de vitale belangen van een persoon;
- voor de vervulling van een taak van algemeen belang of de uitoefening van het openbaar gezag;
- voor de behartiging van een gerechtvaardigd belang.
Vergeet niet dat:
- je moet de rechtsgrond bij de aanvang van de verwerking identificeren omdat:
- je er melding van moet maken in de informatie die je overeenkomstig artikelen 13 en 14 AVG aan de betrokkene verstrekt;
- de voorwaarden en gevolgen verschillen al naargelang de rechtsgrond;
- ongeacht op welke rechtsgrond van artikel 6 AVG je verwerking gebaseerd is, je verplicht bent om ook alle andere bepalingen van de AVG na te leven;
- wanneer je bijzondere categorieën van persoonsgegevens vermeld in de artikelen 9.1 AVG - zoals bijvoorbeeld gegevens over de gezondheid, over de seksuele geaardheid, genetische gegevens, biometrische gegevens, gegevens waaruit de etnische afkomst, de politiek opvatting, religieuze overtuiging of het lidmaatschap van een vakbond blijkt - verwerkt, dit slechts kan in de gevallen vermeld in artikel 9.2 AVG, dus voor zover je voor wat die gegevens betreft beschikt over een rechtsgrond vermeld in artikel 9.2 AVG;
- voor de verwerking van persoonsgegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten je moet rekening houden met de vereisten vermeld in artikel 10 AVG, namelijk ofwel geschiedt de verwerking onder toezicht van een overheid, ofwel is de verwerking toegestaan door een wettelijke bepaling die passende waarborgen biedt voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen.