Bescherming vitale belangen
De verwerking is noodzakelijk om de vitale belangen van de betrokkene of een andere natuurlijke persoon te beschermen (artikel 6.1.d) AVG).
Het is een rechtsgrond waarvan het gebruik beperkt is, gelet op het feit dat je moet aantonen dat er een vitaal belang op het spel staat enerzijds en dat een gegevensverwerking noodzakelijk is om dit belang te bescherming anderzijds.
Met betrekking tot “vitaal belang” preciseert overweging 46 van de AVG dat dit een “belang voor het leven” van de betrokkene of een andere natuurlijke persoon is. De toepassing is dus beperkt tot levensbedreigende situaties. De meest voor de hand liggende toepassing is de situatie waarbij iemand slachtoffer is van een ongeval, zwaargekwetst en bewusteloos in een ziekenhuis wordt binnengebracht en niet in staat is om zijn toestemming te geven met de verwerking van zijn gegevens met het oog op zijn behandeling. Valt niet binnen de toepassingssfeer van deze rechtsgrond de verwerking met het oog op een op voorhand geplande medische behandeling.
In de meerderheid van de gevallen zal deze rechtsgrond in een medische context worden ingeroepen. In de mate dat dit de verwerking van gegevens over gezondheid vereist, betekent dit dat je ook over een rechtsgrond vermeld in artikel 9.2 AVG moet beschikken. De kans is groot dat dit dan de rechtsgrond vermeld in artikel 9.2.c) AVG zal zijn: de verwerking is noodzakelijk ter bescherming van de vitale belangen van de betrokkene of van een andere natuurlijke persoon indien de betrokkene fysiek of juridisch niet in staat is zijn toestemming te geven.
De WP29 oordeelde dat deze rechtsgrond strikte moet worden geïnterpreteerd en slechts gebruikt kan worden wanneer bijvoorbeeld de toestemming niet als rechtsgrond in aanmerking komt, wat aansluit bij ratio legis van de rechtsgrond vermeld in artikel 9.2.c) AVG voor wat de verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens betreft.