2018
Overwinning voor de Privacycommissie in Facebook procedure
De rechtbank van eerste aanleg heeft vandaag uitspraak gedaan in het proces ten gronde van de Privacycommissie tegen Facebook.
De rechtbank van eerste aanleg heeft vandaag uitspraak gedaan in het proces ten gronde van de Privacycommissie tegen Facebook.
De rechtbank heeft het standpunt van de Privacycommissie volledig gevolgd.
Vooreerst heeft de rechtbank zich bevoegd verklaard om uitspraak te doen over de zaak. Facebook betwistte de bevoegdheid van de Belgische rechters ten aanzien van haar Amerikaanse moedervennootschap en haar Ierse dochtervennootschap. De rechtbank heeft geoordeeld dat zij wel degelijk kan nagaan of Facebook de Belgische privacywet eerbiedigt wanneer zij het surfgedrag van internetgebruikers in België volgt.
Vervolgens heeft de rechtbank op basis van het onderzoek van de Privacycommissie vastgesteld dat Facebook de Belgische privacywet niet eerbiedigt.
Uit onderzoek blijkt dat Facebook over ons allemaal informatie verzamelt wanneer wij surfen op het internet. Facebook gebruikt daarvoor verschillende technologieën, zoals de bekende “cookies” of de zogenaamde “social plug-ins” (bijvoorbeeld de “vind ik leuk”-knop of de “delen”-knop) of ook nog de “pixels”, die voor het blote oog onzichtbaar zijn. Ze gebruikt deze op haar eigen website maar ook en vooral op websites van derden. Het onderzoek toont bijvoorbeeld aan dat ook als je nog nooit het Facebookdomein bezocht hebt, Facebook je surfgedrag toch kan volgen zonder dat je het beseft, laat staan wilt, aan de hand van die onzichtbare pixels, die Facebook op meer dan 10.000 andere websites geplaatst heeft.
Net als de Privacycommissie komt de rechtbank tot het besluit dat Facebook 1) gebruikers onvoldoende informeert over het feit dat ze informatie over ons verzamelt, over de aard van de informatie die ze over ons verzamelt, over wat ze met die informatie doet en over hoe lang ze die informatie bewaart en 2) ook geen geldige toestemming van gebruikers verkrijgt om al die informatie te verzamelen en verwerken.
Samengevat beveelt de rechtbank, zoals gevraagd door de Privacycommissie, dat:
- Facebook moet stoppen met het volgen en registreren van het internetgebruik van personen die surfen vanuit België tot zolang ze haar beleid niet in overeenstemming brengt met de Belgische privacywet.
- Facebook moet alle onwettig verkregen persoonsgegevens vernietigen.
- Facebook moet ten slotte het volledige vonnis, dat 84 bladzijden telt, publiceren op haar eigen website en de drie laatste bladzijden ervan met de bevolen maatregelen in Belgische Nederlandstalige en Franstalige papieren dagbladen.
Als Facebook geen gevolg geeft aan het vonnis, moet zij een dwangsom betalen aan de Privacycommissie ten bedrage van 250.000 euro per dag vertraging, met een maximum van 100 miljoen euro.
"We zijn uiteraard zeer tevreden dat de rechtbank onze stelling integraal is gevolgd. Er loopt nu net een grote publiciteitscampagne van Facebook waarin ze zeggen dat privacy heel belangrijk is. Wij hopen dat ze dit nu ook in de realiteit zullen omzetten", aldus de Privacycommissie.